Het gedicht ‘Lieve vijand’ publiceerde de twintigjarige Anna Barkova voor het eerst in de plaatselijke krant ‘Rabotsji kraj’, waar zij onder het pseudoniem Kalika Perechozjaja schreef. Het verscheen ook in haar eerste dichtbundel ‘Zjensjtsjina’ (‘Vrouw’). Na haar dood verscheen het nogmaals in de door Leonid Taganov samengestelde bundel ‘Vozvrasjtsjenie’ (‘De terugkeer’) in 1990 1https://www.litmir.me/br/?b=560318&p=9. Dat de jonge Barkova bijzonder wijs was voor haar leeftijd blijkt wel uit dit gedicht.
Милый враг
У врагов на той стороне
Мой давний друг.
О смерть, прилети ко мне
Из милых рук.
Сижу, грустя на холме,
А у них – огни.
Тоскующую во тьме,
Мой друг, вспомяни!
Не травы ли то шелестят,
Не его ли шаги?
Нет, он не вернется назад,
Мы с ним – враги.
Сегодня я не засну…
А, завтра, дружок,
На тебя я нежно взгляну
И взведу курок.
Пора тебе отдохнуть,
О, как ты устал!
Поцелует пуля в грудь,
А я – в уста.
1921
Lieve vijand
Mijn oude vriend heeft gekozen
Voor de vijanden aan de andere kant.
O dood, kom naar mij toe gevlogen
Vanuit zijn tedere hand.
Ik zit op een heuvel, vol treurnis,
Bij hen is er vuur te zien.
Heimwee in de duisternis,
Vergeet me niet, mijn vriend!
Is dat gras dat ruist,
Zijn dat zijn voetstappen in het zand?
Nee, hij komt niet terug naar huis,
Hij is mijn vijand.
Vannacht zal ik niet bezwijken…
En morgen, kameraad,
Zal ik teder naar je kijken
Als ik de trekker overhaal.
Het is tijd om te gaan rusten,
Ach, wat ben je moe!
De kogel zal je borst kussen
En ik, ik kus je lippen toe.
1921
Referenties
- 1https://www.litmir.me/br/?b=560318&p=9